Wijzigingen APK per 20 mei 2018 APK lichte voertuigen

Waarschuwingsinrichting

De waarschuwingsinrichting (uit het lijstje) van personenauto’s en bedrijfsauto’s mogen geen defect aangeven. Als bij motorvoertuigen in gebruik genomen vóór 1 januari 2018 de waarschuwingsinrichting (optisch of akoestisch) een defect aangeeft moet u dit als reparatieadviespunt aangeven, bij een bouwjaar van na 31-12-2017 moet dit worden afgekeurd.

Enkel als één van de genoemde (uit het lijstje) veiligheidssystemen een defect aangeeft, wordt afhankelijk van de datum dit als een reparatieadviespunt of als afkeurpunt aangegeven

Let speciaal op de gewijzigde regels bij ABS(dit was voor 20-5-2018 anders)

Het waarschuwingssysteem ABS mag vanaf 1-1-2018 geen defect aangeven, dan is dit afkeur. Bij twijfel mag je wel nog een rijproef doen. Voor 1-1-2018 is dit geen afkeur meer, maar een reparatieadviespunt RA6!!


Overmatige Vloeistoflekkage

RA2 – vloeistoflekkage

Onderdelen van motorvoertuigen en aanhangwagens in gebruik genomen vóór 1 januari 2018 (geen onderdelen van het brandstofsysteem, het remsysteem, de stuurinrichting of het veersysteem) die met uitzondering van water, overmatige vloeistoflekkage hebben, moet u als reparatieadviespunt aangeven

Let op dat bij RA2 dat waterlekkage of ruitensproeiervloeistof is uitgezonderd en mogen dus wel lekken zonder RA2 code. Betreft vloeistoffen waar geen keuringseisen voor zijn


Aanwezigheid roetfilter

Indien in het raadpleegscherm een “JA” staat bij roetfilter verplicht dan moet deze aanwezig zijn en mag niet duidelijk defect zijn.

Het roetfilter mag bijvoorbeeld niet helemaal ingedeukt zijn. (Slijp- en lassporen zijn geen reden tot afkeur)


Parkeerrem vertraging

Artikel 5.*.39 remvertraging parkeerrem

Voertuigen met Datum Eerste Toelating vanaf 1-1-2018 dienen voor de parkeerrem een vertraging te halen van 1,6 m/s2

De helling van 16% bij een handrem is komen te vervallen


Bevestiging bovenbouw

Artikel 5.*.4 bovenbouw

Bovenbouw niet alleen op deugdelijkheid beoordelen, maar ook met roestschadegradatie

De bovenbouw van personen- en bedrijfsauto’s moet deugdelijkop het onderstel zijn bevestigd.

Indien sprake is vancorrosie, is het bepaalde in Aanvullende permanenteeisen, hoofdstuk 1, titel 2, afdelingen 1, 2 en 3, van toepassing.


Ontbreken van glazen van lichtarmaturen

Artikel 5.*.55 werking en toestand verplichte lichten en retroreflectoren

De glazen van lichtarmaturen mogen NIET zijn verwijderd.

Geldt voor verplichte, maar ook voor toegestane verlichting


Van fabriekswege aangebrachte verlichting

Opmeten of toepassen van de 60% regel (of 75mm) is NIET van toepassing/hoeft NIET toegepast te worden op van fabriekswege aangebrachte verlichting.

De verlichting die van fabriekswege is aangebracht wordt geacht aan de APK eisen te voldoen.

Dit is dus altijd toegestaan.


Standkachel LPG installatie

Op een LPG installatie mag je vanaf 20 mei 2018 een verwarmingsinstallatie t.b.v. van de personenruimte of bagageruimte aansluiten (standkachel).

Bij CNG mocht dit al en bij LNG mag dit ook.


Zijdelings gerichte zitplaatsen

Artikel 5.*.46 zitplaatsen

Personenauto’s en bedrijfswagens met een toegestane maximummassa van niet meer dan 3.500 kg en  in gebruik genomen na 31 december 2014, mogen niet zijn voorzien van zijdelings gerichte zitplaatsen

Geldt niet voor zitplaatsen die uitsluitend zijn bestemd voor gebruik in een stilstaande personenauto


Afstelling mistlichten voor controlepunt APK

Als de mistlichten voor werken (toegestane lichten) moeten deze goed zijn afgesteld. Dit betekent minimaal 0 mm/m daling ten opzichte van het midden van het mistvoorlicht



Geen controle meer met  meer met zeepsop of een gaslekspray

Van af 20 mei 2018 moet bij de APK keuring gaslekkage gecontroleerd worden met een apparaat

Gaslekkage bij LPG, CNG en LNG moet worden opgespoord met een apparaat, dat mag ook met een 4-gastester, maar NIET meer met zeepsop of een gaslekspray


Maximale roetuitstoot 0,7 K zijn voor zowel natuurlijke aanzuiging als turbo motoren

  • Bij voertuigen met een Datum Eerste Toelating  vanaf 1-1-2018 mag de K-waarde bij een roetmeting max 0,7 K zijn voor zowel natuurlijke aanzuiging als turbo motoren
  • Dat je een hogere K-waarde mag hanteren indien dit in het raadpleegscherm staat vermeld is komen te vervallen.
  • Dit mag dus per 20 mei 2018 NIET meer

Rem vloeistofreservoirs moet zijn afgesloten met een passende dop.

Bij CNG installatie is LNG toegevoegd. Eisen zijn gelijk aan CNG

Bij een CNG en LNG dus ook hoeft de afsluiter op de tank NIET meer gecontroleerd te worden (magneetklep)

De vulaansluiting moet bij CNG en LNG aan de buitenzijde OF in de motorruimte zijn geplaatst (dit is GEEN typefout!!!)


Rem vloeistofreservoirs moet zijn afgesloten met een passende dop.

Artikel 5.*.32 remvloeistofreservoir

1. In de reservoirs van het hydraulisch remsysteem moet voldoende remvloeistof aanwezig zijn.

2. De vulopening van de reservoirs, bedoeld in het eerste lid, moet zijn afgesloten met een passendedop.

Visuele controle, waarbij het remvloeistofniveau zich niet onder de minimumaanduiding mag bevinden en de vulopening van de reservoirs


Controle van de lift, oprijplaten is komen te vervallen

Controle van de lift, oprijplaten en andere middelen voor het plaatsen van rolstoelen bij “Taxi, zie goedkeurigsdocument” is komen te vervallen


Waterstofinstallatie is toegevoegd aan de keuringseisen.

Waterstofinstallatie is toegevoegd aan de keuringseisen.

De meeste eisen komen overeen met CNG en LNG.

Voertuigen voorzien van een waterstofinstallatie moeten zowel in de motorruimte als in de nabijheid van de tankverbinding of het aansluitpunt zijn voorzien van een weerbestendige sticker met één van de onderstaande herkenningstekens


Geen hydraulische functies actief zijn

Afdeling 1B. Algemene bepalingen wijze van keuren

Artikel 5.1b.1 milieu

Met betrekking tot de in dit hoofdstuk opgenomen eisen en de wijze van keuren daarvan, wordt verstaan onder:

a. bedrijfstemperatuur: temperatuur van een motor na ongeveer vijftien minuten functioneren onder normalebedrijfsomstandigheden;

b. stationair toerental: toerental van de draaiende motor, waarbij

  1. de koudstartinrichting of het handgas niet is ingeschakeld;
  2. het gaspedaal of het handgas en het koppelingspedaal in ruststand zijn
  3. de keuzehendel van de versnellingsbak in de neutrale stand staat bij een niet- of halfautomatische versnellingsbak dan wel in de parkeerstand of in de neutrale stand bij een volautomatische versnellingsbak
  4. lampen en andere stroomverbruikers niet zijn ingeschakeld, met uitzondering van lampen die bij het starten automatisch gaan branden; en
  5. geen hydraulische functies actief zijn; (gewijzigd per 20 mei 2018)

Verlichte transparanten geen controlepunt meer

Artikel 5.*.57a zwaai-, flits- of knipperlichten

Personenauto’s en bedrijfswagens als bedoeld in artikel 41a van het RVV 1990, mogen zijn voorzien van verlichte transparanten die afzonderlijk zijn geschakeld en niet langer of breder zijn dan het betreffende voertuig.

Aan deze eis wordt niet getoetst tijdens de periodieke keuring ten behoeve van de afgifte van een keuringsrapport.

Eisen voor verlichte transparanten (taxi, ambulanceborden en reclameborden) zijn GEEN controlepunt voor de APK